Sponsors en Partners van deze expeditie Nolet Distillery

Eerdere berichten

13 mei: Kou maakt einde aan beklimming

Kou maakt einde aan beklimming

Door: Menno, vanuit het basiskamp

Zes uur vanmorgen. Een schorre Katja aan de telefoon. “Sorry Menno, we zijn allemaal weer terug in kamp vier. Het ging niet. Het was gewoon te koud.” Hier in mijn warme slaapzak in het basiskamp is het lastig voor te stellen hoe beestachtig de kou daarboven is. Wanneer ik mijn hoofd uit de tent steek weet ik echter genoeg; grote witte slierten sneeuw worden vanaf de topgraat de lucht in geblazen. Ik wrijf de slaap uit mijn ogen, neem een slok thee, en luister aandachtig naar het relaas van Katja.


“Om twee uur zijn we vertrokken. Na de slopende dag van gisteren –en de onderkoeling van Miriam- waren we allemaal nog enorm moe. Ik had zelf bijna niets gegeten en gedronken die dag. Klinkt stom, maar bij zo’n inspanning op deze hoogte heb je daar gewoon geen tijd voor of zin in. Gelukkig hebben we gisterenavond nog wel veel kunnen drinken. Ook hebben we wat geslapen. Direct bij het vertrek vannacht stak er een harde wind op. Opmerkelijk; er was immers een bijna windstille dag voorspeld. Miriam en Niels keerden na vijftig meter al om, zij kregen zich gewoon niet warm. Henk en ik gingen door, zoals van te voren met elkaar afgesproken. Het werd echter steeds kouder. Ik schat dat het minus 25 graden was en met een wind van 70 kilometer per uur voelt dat aan als minus 50 graden. Henk kreeg koude voeten en ik voelde me ook niet lekker. Te moe, de tol van aanhoudende luchtwegproblemen en te veel emotie. Op 7700 meter besloten we om te keren. Het voelde niet goed. We hadden, met veel moeite, misschien wel de top bereikt, maar ik vreesde dat ik niet veilig terug zoud komen. Mijn onderbuikgevoel zei “omkeren!”

En dat dat de meest verstandige beslissing is die de alpinisten konden nemen, wordt al snel duidelijk. Dikke vochtige lucht pakt zich samen boven het topplateau. En daar staat die plek bekend om: slecht weer, storm, sneeuw, onweer hebben in het verleden al meerdere klimmers in nood gebracht. Ook zij hadden de top van de Manaslu in het vizier, maar keerden nooit meer terug in het dal. Opgelucht hoor ik dan ook dat Katja, Henk, Niels, en Miriam veilig en warm in kamp vier zijn. Ze balen enorm, uiteraard. Na maanden voorbereiden is de top binnen handbereik. Maar 7700 meter is al enorm hoog: een prestatie om trots op te zijn. Zeker gezien het feit dat de beklimming gestart is op 700 meter. Helemaal te voet is de berg benaderd. Maar ‘de berg van de ziel’ heeft momenteel gewoon geen zin om beklommen te worden. Dat is de natuur, daar doe je niets aan. Ook de alpinisten van alle andere teams –die vanmorgen vroeg nog naar de top aan het klimmen waren- zien dit in. De zwarte stipjes die eerst omhoog bewogen, druppelen nu langzaam naar beneden. Naar kamp vier en dan naar kamp drie en kamp twee; stapje voor stapje de zuurstofrijke en warme lucht in. Eén stipje beweegt niet. Een sherpa van het Japanse team is vannacht door de extreme omstandigheden overleden.

Geluidsfragmenten (MP3)
Kok Lobsang zegt Boeddhistische mantra's op, waarmee hij de goden verzoekt om een veilige terugkeer van de klimmers.

Bekijk de foto's


Andere berichten


Meer nieuws